Geen muziek zonder stilte, geen engel zonder duivel. Op zoek naar koormuziek waarbij contrasten voor de samenhang zorgen, heeft het Utrechts Vocaal Ensemble een programma samengesteld rond het thema ‘Engelen, beesten en demonen’.
Tegenover de lieflijkheid van het 8-stemmige Angelis Suis uit 2006, van de Litouwse componist Vytautas Myskenis, staat de felheid van Daemon irrepit callidus, van Gyorgy Orban, (geb. 1947). Het thema biedt een mooie kans om een van de carnavalsliederen van de Nederlander Robert Heppener te zingen uit 1966, de Canti carnascialeschi.
Een van de favorieten van het UVE is Double double toil and trouble’ uit 1984 van de Fin Jaakko Mäntyjärvi (1963), de gezongen toverspreuk van de drie heksen uit Shakespeare’s MacBeth. Eenzelfde muzikaal plezier zit in het bijna vier eeuwen eerder gecomponeerde Chant des oiseaux van Clément Janequin.
Aan ons de eer om het O magnum mysterium van de Utrechtse componiste en violiste Anneke Wittop Koning in première te brengen. In dit stuk zitten dieren verstopt, net als in Ravels, Trois Chancons uit 1914/5 (deel 2: paradijsvogels). Verder is het programma gelardeerd met delen uit de Missa O Magnum Mysterium van Thomas de Victoria, (16de eeuw).
Tekst: Monic Slingerland